Doktersdrankjes

Leerdoel: 

aan het eind van de les weten de leerlingen wat de rekenbegrippen meer en minder betekenen

 

Benodigdheden:

vier lange doorzichtige flesjes, geel kleurstof, groen kleurstof, blauw kleurstof, rood kleurstof, een lepel, een emmer en een gieter.

 

De les:

Deze les sluit aan bij het thema ziek zijn in de kleuterklas. Deze les wordt uitgevoerd in de kleine kring. Leg uit dat dokters medicijnen maken om de patiënten weer beter te maken. De dokter heeft de leerlingen vandaag om hulp gevraagd. Er moeten doktersdrankjes gemaakt worden, maar het is heel belangrijk voor de dokter om te weten in welke fles het meeste drankje zit en in welke het minste. Als de dokter dat niet weet, kan er geen goed medicijn gemaakt worden. Giet de vier flesjes vol met water uit de gieter. Zorg ervoor dat alle vier de flesjes een andere hoeveelheid water hebben. In elk flesje komt een paar druppeltjes kleurstof. Vraag telkens aan een leerling om te roeren, zodat de kleur goed zichtbaar wordt. Nu laat je een leerling de flessen op volgorde zetten van waar het minst in zit tot waar het meest in zit. Dit kun je een aantal keer herhalen. Houd een emmer bij de hand waar je telkens het gekleurde water in kan gieten. Met de gieter giet je weer nieuw water in de flesjes. Herhaal dit tot alle leerlingen aan de beurt zijn geweest.

 

TIP: Indien je een prentenboek beschikbaar hebt over ziek zijn/medicijnen, kan dit een hele mooie opening
zijn van deze activiteit.

 

*Deze les is bedacht en ontworpen door juf Petra Mosselman*