Woordenschatles thema Winter
Doel:
De kinderen leren woorden aan die te maken hebben met het thema winter. Tevens kunnen de kinderen aan het einde van de les alle woorden die op de woordkaartjes staan, zowel aan de hand van het plaatje als de omschrijving benoemen. Als deze les wordt gegeven tijdens een thema winter of in het seizoen winter, is het voor de leerlingen heel erg herkenbaar en staat het dicht bij de belevingswereld.
Benodigdheden:
Woordkaartjes thema winter. Deze kun je op verschillende websites vinden.
De les:
Voor deze les wordt er een grote kringopstelling gemaakt waarin de materialen in het midden op tafel worden neergelegd. De les wordt geïntroduceerd door met de kinderen te praten over dat bepaalde dingen specifiek bij de winter horen. De leerkracht geeft hier enkele voorbeelden van. Het lesdoel wordt door de leerkracht benoemd. Vervolgens worden alle woordkaarten langs gegaan, het materiaal wat erbij hoort wordt ook aan de kinderen getoond. De leerkracht vertelt wat je ermee kan, de kinderen mogen hun vinger opsteken als zij weten wat het woord is. Bij bijvoorbeeld de winterwortel mogen zij het proeven en bij het ijs mogen zij het voelen. Hierna spelen de kinderen mix en ruil met een deel van de kaarten en de materialen. De kinderen vertellen elkaar wat er op hun kaartje staat en wat je ermee kunt. Dit geldt ook voor het materiaal. Vervolgens ruilen zij het kaartje
om en gaan weer door. Vervolgens spelen de kinderen mix en koppel. Zij gaan opzoek naar een klasgenootje met het materiaal of kaartje wat bij hun materiaal of kaartje past. De kinderen gaan weer zitten in de kring als ze hun koppel hebben gevonden. De leerkracht omschrijft nu zelf weer het woord, het koppel staat op als zij het woord hebben. De kinderen wordt gevraagd wat nou het leerdoel was en of dit bereikt is.
*Deze les is bedacht en ontworpen door Merve Özkan*