Smaakles

*Deze les is bedacht en ontworpen door juf Merve Özkan*

smaakles

Doel:

De kinderen leren dat je smaak definiëren met de begrippen zoet, zout, zuur en bitter. De kinderen kunnen dan ook aan het einde van de les beschrijven welke producten zoet, zout, zuur of bitter smaken. De producten die de kinderen te proeven krijgen, zijn producten die kinderen vaker eten waardoor deze les bij de leefwereld van de kinderen pas.

Benodigdheden:

Blinddoek, Powerpoint smaakles, evt. een beurtenbakje waarin stokjes met de namen van de leerlingen in zitten.

Zoet: koek, aardbei, cake, winegums

Zout: cracker, olijven, soepstengel, chips

Zuur: citroen, augurk, appel, zure mat

Bitter: pure chocolade, grapefruit, rucola

De les:

Voor de les wordt er een grote kringopstelling gemaakt waarin de producten in het midden op tafel worden neergelegd. De les wordt geïntroduceerd door met de kinderen te praten over dat je verschillende zintuigen hebt, en dat de tong het lichaamsdeel is die ervoor zorgt dat je kunt proeven. Dit kan m.b.v. de powerpoint. Daarna wordt met de kinderen besproken dat je vaak kunt aangeven of je iets lekker vindt of niet, maar dat je ook nog meer informatie kunt geven over de smaak van iets. Met de kinderen wordt besproken wat voor producten er op tafel liggen. Vervolgens worden de producten samen met de kinderen gegroepeerd in de volgende categorieën: zoet, zout, zuur en bitter. Vervolgens kun je kiezen of je in kleine groepjes verder gaat, of het in de grote kring houdt.

Uitwerking voor de grote kring: Met het beurtenbakje wordt steeds een kind gekozen die een blinddoek om krijgt en iets mag proeven. Deze beschrijft eerst de smaak van het product. Daarna geeft het kind ook aan wat voor product het is. Zo worden alle producten langs gegaan. ten slotte vraagt de leerkracht aan de kinderen wat zij de lekkerste smaak vinden. Hiermee wordt de les afgesloten.

Smaakles

Social media

Contact